Vernissage : zondag 7 september vanaf 14u
Matinee-lezing : zondag 21 september vanaf 11u. Stijn Praet (UGent) over de gebroeders Grimm, literatuur en sprookjestradities in Europa. Deelname: 10€, inschrijven: mail naar info@dequeeste-art.be
De galerie is uitzonderlijk gesloten op zaterdag 27 september
De gebroeders Grimm maakten naam en faam met hun, vaak donkere en lugubere, sprookjes. Deze verhalen inspireerden George Grosz (1893-1959) tot het maken van een reeks bijzondere, grote pentekeningen waaronder Sneeuwwitje, Hans en Grietje, Jaak en de Bonestaak, De Gelukkige Hans, Repelsteeltje en Klein Duimpje. Daarnaast bevat deze collectie ook illustraties bij de beroemde roman Robinson Crusoe van Daniel Defoe en Blauwbaard van Charles Perrault.
In 1933 wist George Grosz ternauwernood te ontsnappen aan de vervolging door de nazi's. Hij vond een veilig onderkomen in de Verenigde Staten, waar hij later werd herenigd met zijn vrouw en kinderen. Ook in Amerika bleef Grosz in zijn werk zeer kritisch over de situatie in Duitsland, wat hem veel aandacht opleverde. In 1936 bracht hij de map Interregnum uit, met 64 reproducties van zowel oude als nieuwe tekeningen, waaronder voor het eerst een werk gebaseerd op sprookjes. Helaas kreeg deze editie weinig bijval door het gebrek aan interesse in wat zich in Europa afspeelde, en werden er uiteindelijk slechts enkele exemplaren geproduceerd.
Over de totstandkoming van deze prachtige serie grote sprookjestekeningen is weinig tot niets bekend. Misschien waren ze ingegeven door een gevoel van heimwee, of maakte hij ze voor zijn zonen, Peter en Martin. Het is ook mogelijk dat Grosz droomde van een carrière als Amerikaans illustrator. In zijn autobiografie “Een klein ja, een groot nee” schreef hij dat de rijk geïllustreerde Amerikaanse tijdschriften, zoals Esquire en Vanity Fair, niets anders leken dan sprookjes- en prentenboeken, vol wensdromen voor de kleine, onaanzienlijke en lelijke aardbewoners.